Lease verwerking in uw (internationale) jaarrekening

In 2016 heeft de International Accounting Standards Board (IASB) IFRS 16 Leases gepubliceerd. Wanneer je een jaarrekening op basis van IFRS opstelt, verwerk je leaseverplichtingen vanaf 1 januari 2019 op basis van deze nieuwe standaard.

De mogelijke opvolging in de Nederlandse Richtlijnen is een lang proces geweest en is verwerkt in de richtlijnen van De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ).

  • Op basis van de Nederlandse richtlijn RJ 292
  • Op basis van IFRS 16

Optie 1: Nederlandse richtlijn RJ 292 Leasing

De RJ heeft besloten om de classificatie van een lease gelijk te laten zijn aan die van IFRS 16. Een overeenkomst bevat een lease indien de zeggenschap gedurende de overeengekomen gebruiksperiode over het gebruik van een geïdentificeerd actief aan de rechtspersoon (de afnemer) wordt verleend in ruil voor een vergoeding.

Tot en met 2019 vond classificatie als financial lease dan wel als operational lease plaats op basis van de risico’s en de voordelen die op het moment van aangaan van het leasecontract al dan niet overgedragen werden. Ook contracten die formeel geen leasecontracten zijn kunnen aan de definitie van een lease voldoen, en vallen onder deze standaard. Denk aan huurcontracten.

Onder RJ 292 zijn er geen wijzigingen in de verwerking van operational of financial leases. De lessee verantwoordt de kosten van een operational lease gedurende de looptijd van het contract in het resultaat, er wordt geen ‘right-of-use’-actief als materiële vaste activa (mva) geactiveerd.

Optie 2: IFRS 16 toepassen voor leaseverwerking

Het is ook mogelijk IFRS 16 toe te passen. IFRS 16 dient dan wel integraal te worden toegepast, inclusief alle toelichtingsvereisten. Wanneer je ervoor kiest om IFRS 16 toe te passen, heeft dit de gevolgen.

IFRS toepassen kan goed zijn voor je onderneming voor internationale vergelijkingsdoeleinden. Tevens kan het zijn dat je onderneming deel uitmaakt van een internationale groep waarbij IFRS hantering voorgeschreven is.

Gevolgen IFRS 16 voor huurders (lessees)

De belangrijkste gevolgen van de wijzigingen zien toe op de huurders. Huurders dienen het gebruiksrecht van de leaseobjecten op de balans op te nemen, hiermee vervalt dus het onderscheid tussen operational en financial lease.

Voor lessees geldt dus dat zij het betreffende gebruiksrecht van het leaseobject dienen te activeren en (lineair) af te schrijven en de leaseverplichting dienen te passiveren. De waarde van het gebruiksrecht en de leaseverplichting zijn in aanvang aan elkaar gelijk en worden berekend op basis van de netto contante waarde van de contractueel afgesproken leasetermijnen. De contante waarde wordt berekend aan de hand van de impliciete rentevoet in het leasecontract en wanneer deze niet kan worden bepaald aan de hand van de marginale rentevoet (rentevoet waartegen de lessee een soortgelijke lease zou hebben kunnen afsluiten).

Gevolgen IFRS 16 voor verhuurders (lessors)

Voor verhuurders is de verwerkingswijze eigenlijk niet veranderd, het leasecontract wordt gekwalificeerd als operational dan wel financial lease.

Bij financiële leases dienen het leaseobject en de daarmee samenhangende schuld bij de aanvang van de leaseperiode in de balans van de lessee te worden verwerkt. Dit moet tegen de reële waarde van het leaseobject of, indien dit lager is, tegen de contante waarde van de minimale leasebetalingen. Beide worden bepaald op het tijdstip van het aangaan van de leaseovereenkomst. De bij de berekening van deze contante waarde toe te passen rentevoet is de impliciete rentevoet. Als deze rentevoet praktisch niet te bepalen is, dient de marginale rentevoet te worden gehanteerd. De initiële directe kosten van de lessee dienen eveneens opgenomen te worden in de eerste verwerking van het actief.

Economische realiteit en leaseverwerking

Transacties en andere gebeurtenissen worden verwerkt en gepresenteerd in overeenstemming met de economische realiteit en niet zozeer op basis van de juridische vorm. Het is in feite zo dat op grond van de juridische vorm van een leaseovereenkomst niet de juridische eigendom van het leaseobject wordt verkregen. Dan heeft toch de lessee de economische voor- en nadelen van het gebruik van het leaseobject voor de economische levensduur. Hiertegenover wordt een verplichting aangegaan. De verplichting is die bij benadering gelijk aan de som van de reële waarde van het actief en de te betalen financieringslasten.

Activeren op de balans

Indien dergelijke leasetransacties niet in de balans van de lessee worden verwerkt, worden de economische middelen en de verplichtingen van de rechtspersoon te laag weergegeven, wat een verkeerd beeld geeft van de financiële verhoudingen. Daarom moet een financiële lease in de balans van de lessee worden verwerkt als een actief voor wat betreft het leaseobject, en een passief voor de leaseverplichting. Bij de aanvang van de leaseperiode worden zowel het geleasede actief als de leaseverplichting voor hetzelfde bedrag verwerkt met uitzondering van de initiële directe kosten van de lessee. Die worden toegevoegd aan de waardering van het actief.

Waardering na eerste verwerking

De minimale leasebetalingen dienen te worden gesplitst in rentelasten en aflossing van de uitstaande verplichting. De rentelasten dienen gedurende de leaseperiode zodanig aan elke periode te worden toegerekend dat dit resulteert in een constante periodieke rentevoet over de (in iedere periode gemiddelde) resterende netto-verplichting met betrekking tot de financiële lease. Om praktische redenen kan een methode van berekening worden gebruikt die deze wijze van toerekening benadert. Voorwaardelijke leasebetalingen dienen als last te worden verwerkt in de periode dat aan de voorwaarden tot betaling wordt voldaan.

Afschrijvingslasten en rentelasten verwerken

De verwerking van een financiële lease dient te leiden tot de verantwoording van zowel afschrijvingslasten over het leaseobject, als rentelasten over de leaseverplichting. Aangezien het volgens deze regels voor het geleasede actief af te schrijven bedrag verhoogd met de rentelasten veelal niet gelijk is aan de verschuldigde leasetermijnen over dezelfde periode, is het in het algemeen niet aanvaardbaar dat de afschrijving wordt gelijkgesteld aan de hierboven bedoelde schuldaflossing.

Als er geen redelijke zekerheid is dat de lessee eigenaar wordt aan het einde van de leaseperiode dan dient het leaseobject te worden afgeschreven over de kortste termijn van de leaseperiode of de gebruiksduur van het object.

Mogelijke impact IFRS 16 op ondernemers en ondernemingen

De nieuwe bepalingen hebben invloed op jou als ondernemer of je onderneming:

  • De mogelijke nieuwe regels hebben geen impact voor micro- en kleine rechtspersonen;
  • De vergelijkende cijfers van de jaarrekening 2020 moeten voorbereid zijn. Dus dat betekent dat 2019 ook herrekend dient te worden;
  • De journaalposten van activering kunnen complex zijn;
  • De verwerking heeft invloed op de EBITDA omdat de afschrijvingen worden verhoogd. Hier kunnen bonus- of financieringsafspraken aan ten grondslag liggen;
  • Het balanstotaal wordt hoger door activering van leasecontracten. Dit kan de solvabiliteit (Eigen vermogen/ Balanstotaal) van de onderneming negatief beïnvloeden.

De nieuwe regels voor leasing en leaseverwerking kunnen een materiële impact hebben op je onderneming of (financierings)verplichtingen. Tijdig overleg met de bank is daarom belangrijk. Je hoeft dit niet alleen op te lossen. Onze specialisten adviseren je graag  Neem vrijblijvend contact op met Crowe Peak indien je vragen hebt over de gevolgen van de mogelijke nieuwe regels voor leasing en leaseverwerking.

Crowe peak

Benieuwd wat wij voor jouw organisatie kunnen betekenen?

Laten we snel kennismaken!

Contact