Fiscale verplichtingen, de ICP

Als je goederen levert of diensten verricht aan andere ondernemers binnen de EU moet je daarvan aangifte doen door middel van de opgaaf intra communautaire prestaties (opgaaf ICP). Deze opgaaf is een specificatie van het bedrag aan intracommunautaire prestaties die je op de aangifte btw moet vermelden. Voor deze opgaaf ICP geldt een aantal regels. Lees hier waar je op moet letten.

Achtergrond

In 1993 is de zogenoemde interne markt in de Europese Unie geïntroduceerd. Vanaf dat moment konden goederen vrij door de EU worden vervoerd zonder dat er douane-formaliteiten nodig waren. Hierdoor is het veel gemakkelijker geworden om goederen binnen de EU te vervoeren. Het nadeel voor de belastingautoriteiten was echter dat er geen zicht meer zou zijn op die goederenbewegingen. Aangezien btw-heffing gekoppeld is aan de locatie van goederen zou dit tot fraude kunnen leiden. Om die reden is in eerste instantie de opgaaf intracommunautaire leveringen verplicht gesteld. Aan de hand van de opgaaf intracommunautaire leveringen zijn de belastingautoriteiten ervan op de hoogte aan welke afnemer goederen intracommunautair zijn geleverd.

Later is de opgaaf uitgebreid met de verplichting om ook opgaaf te doen van intracommunautaire diensten. Op Europees niveau vindt uitwisseling plaats van de gegevens ten aanzien van intracommunautaire leveringen en verwervingen. In geval van een zogenoemde mismatch kan er een onderzoek worden ingesteld.

Gegevens in de opgaaf

Op de opgaaf ICP geef je per afnemer de waarde aan van de verrichte intracommunautaire leveringen en diensten.

Indien er sprake is van een fiscale eenheid voor de btw zal er veelal één geconsolideerde aangifte omzetbelasting worden gedaan. De opgaaf ICP moet echter per onderdeel van de fiscale eenheid worden gedaan. Het kan dus zijn dat je meer dan één opgaaf moet indienen.

Het elektronische formulier waarmee je de opgaaf doet voorziet in de mogelijkheid om correcties aan te brengen met betrekking tot opgaven over eerdere periodes.

Als je de tussenhandelaar bent in een ABC-transactie waarop de vereenvoudigde regeling van toepassing is, vul je de omzet daarvan apart in bij rubriek 3b van de opgaaf ICP. De vereenvoudigde regeling is van toepassing als er sprake is van een transacties met drie partijen die elk zijn geregistreerd in een andere EU Lidstaat en waarbij de goederen rechtstreeks van partij A naar partij C worden vervoerd.

Frequentie van de opgaaf ICP

Als je intracommunautaire leveringen van goederen verricht moet je in principe elke maand een opgaaf ICP indienen. Je kan per kwartaal opgaaf doen als de omzet van de intracommunautaire leveringen in een kwartaal en de vier voorafgaande kwartalen minder is dan € 50.000. Als je btw-aangifte doet op jaarbasis is het onder voorwaarden ook toegestaan om eens per jaar de opgaaf ICP te doen.

De opgaaf voor intracommunautaire diensten moet in principe per kwartaal worden ingediend. Het kan dus zijn dat je maandelijks de opgaaf voor de intracommunautaire leveringen moet doen en per kwartaal de opgaaf voor de intracommunautaire diensten. De opgaaf voor intracommunautaire diensten mag echter ook op maandbasis worden gedaan.

Opgaaf ICP boete

Als je niet voldoet aan de verplichting om de opgaaf ICP tijdig en juist in te dienen kan een verzuimboete worden opgelegd. Als je bij rubriek 3b van de btw-aangifte omzet hebt aangegeven, maar geen opgaaf ICP heeft ingediend krijg je van de Belastingdienst een bericht dat je de opgaaf moet doen binnen een bepaalde termijn. Indien je dan alsnog binnen de termijn de opgaaf ICP indient, krijg je geen verzuimboete.

De hoogte van de boete hangt af van de vraag of sprake is van een eerste, een tweede of derde, of een vierde of volgende verzuim. De boetes (2021) zijn respectievelijk € 131, € 263 en € 1.319.

Behalve voor het niet tijdig indienen van de opgaaf ICP kan er ook een boete worden opgelegd als de opgaaf ICP onjuistheden bevat. Zo moet de omzet die is aangegeven bij rubriek 3b van de btw-aangifte overeenkomen met de totale omzet als vermeld op de opgaaf ICP. Ook de btw-identificatienummers van de afnemers moeten juist en geldig zijn. Bij onvolkomenheden wordt in beginsel een termijn tot herstel gegeven. Wordt de onjuistheid binnen de gestelde termijn hersteld, dan volgt geen boete.

Het is van belang om de opgaaf ICP juist en zorgvuldig te doen. Bij onvolkomenheden kan een boete worden opgelegd. Daarnaast kan het een signaal zijn voor de Belastingdienst dat processen wellicht niet geheel op orde zijn. Dit kan een aanleiding zijn voor het instellen van een controle.

Heb je vragen over het indienen van de opgaaf ICP, neem dan contact op met een van onze specialisten.

Crowe peak

Benieuwd wat wij voor jouw organisatie kunnen betekenen?

Laten we snel kennismaken!

Contact