ZZP wet – Internetconsultatie verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden
Menig organisatie loopt er tegenaan: de dunne scheidslijn tussen het aangaan van een contract met een ZZP’er en het (onbedoeld) aangaan van een arbeidsrelatie. Kabinet Rutte IV heeft daarom in haar in april 2023 gepresenteerde arbeidsmarktpakket aangegeven in te willen zetten op een wet die deze scheidslijn duidelijker moet trekken. De betreffende wet zou dan zowel als doel hebben zogenoemde “schijnzelfstandigheid” tegen te gaan, als ten doel hebben meer ruimte te bieden aan ondernemers die als zelfstandige hun werk willen doen.
Het in dit verband opgemaakte wetsvoorstel, bekend onder de naam “Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden” is op 6 oktober 2023 door Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ter internetconsultatie gebracht. Met zo een internetconsultatie wordt aan burgers en belanghebbenden de gelegenheid geboden om feedback te geven op de voorgestelde wet. Hiermee gaat deze voorgenomen wet, die hopelijk hoognodige zekerheid voor werkgevers én zelfstandigen gaat bieden, een nieuwe fase in. Advies nodig over de arbeidscontracten en contracten met zelfstandigen voor jouw organisatie? De arbeidsrechtjuristen van Crowe Peak staan graag voor je klaar. Neem hier contact op.
Wetsvoorstel ‘Verduidelijking beoordeling arbeidsrelatie en rechtsvermoeden’
De bedoeling van het wetsvoorstel “Verduidelijking beoordeling arbeidsrelatie en rechtsvermoeden” dat nu hier ter internetconsultatie voorligt, is om de regels voor het werken met werknemers en zelfstandigen te verduidelijken. Dit, omdat binnen het huidige wettelijk kader vaak blijkt dat iemand die conform de titel boven zijn contract als “zelfstandige” gecontracteerd is, in juridische zin tóch werknemer is. Dit verschil tussen de contractuele afspraak en de feitelijke juridische situatie kan grote (financiële) gevolgen hebben voor werkgever en werknemer, onder meer wanneer het gaat om sociale zekerheid, arbeidsongeschiktheid en ontslag.
Onder de huidige wetgeving en jurisprudentie wordt of iemand als “werknemer” kan worden gezien (en dus een arbeidsrelatie heeft in plaats van een rechtsverhouding als zelfstandige) voornamelijk beoordeeld op basis van de vraag of er in de feitelijke verhouding tussen werkgever en werknemer/ZZP’er indicaties zijn die ertoe leiden dat iemand voor de wet “werknemer” is. Dit kan echter voor beide partijen tot onwenselijke situaties leiden. In de nieuwe wet is daarom voorzien dat ook indicaties die wijzen op het zelfstandig ondernemerschap gaan meewegen bij de beoordeling van de (arbeids)relatie. Daarmee draagt het wetsvoorstel volgens het kabinet bij aan het herstellen van de balans tussen het werken met zelfstandigen aan de ene kant, en het werken met en als werknemer(s) aan de andere kant. Daarnaast blijft het doel van de wet om werkenden met beperkte onderhandelingsmacht te ondersteunen bij het opeisen van hun arbeidsovereenkomst als zij hier op basis van de feitelijke verhouding met de werkgever recht op hebben. Benieuwd of jouw organisatie ZZP’ers in dienst heeft die mogelijk als werknemer kwalificeren? Laat je adviseren.
Wat worden de nieuwe criteria?
Bovengenoemd wetsvoorstel is geformuleerd op grond van een analyse van jurisprudentie (onder andere de Deliveroo uitspraak). Daarom bevat het voorstel belangrijke (voorgenomen) wijzigingen op het gebied van:
- Verduidelijking van het criterium ‘werken in dienst van’ (wat duidt op het bestaan van een arbeidsovereenkomst); en
- Introductie van een rechtsvermoeden voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst.
Verduidelijking van het criterium ‘werken in dienst van’
Als het wetsvoorstel doorgang zal vinden zal aan de hand van een (nieuw) toetsingskader beoordeeld worden of er sprake is van “werknemerschap” of een rechtsverhouding met een zelfstandige/ondernemer. In dit toetsingskader wordt onder meer aandacht besteed aan de volgende elementen:
A. Werkinhoudelijke aansturing
Hoe wordt deze persoon aangestuurd, is er een sprake van een instructiebevoegdheid? Heeft deze persoon alle vrijheid of staat hij/zij onder leiding van een ander?
B. Organisatorische inbedding
Behoren de werkzaamheden tot de kernactiviteit van de organisatie? Doet deze persoon werk dat structureel gedaan wordt in de organisatie? Doet deze persoon hetzelfde werk als en met werknemers?
C. Werken voor eigen rekening en risico
Werkt de persoon zelfstandig en voor eigen rekening en risico? Is de werkende verantwoordelijk voor gereedschap/hulpmiddelen? Treedt de werkende zelfstandig naar buiten? Gaat het om een korte opdracht of een opdracht beperkt in een aantal uur per week?
C+. Extern ondernemerschap
Dit element kan een doorslaggevend element zijn, indien er geen uitsluitsel is na het doorlopen van A, B of C. Werkt de werkende voor meerdere opdrachtgevers per jaar? Besteedt hij tijd en/of geld aan het verwerven van een reputatie en het vinden van nieuwe klanten? Heeft hij bedrijfsinvesteringen van enige omvang? Gedraagt hij zich administratief als zelfstandig ondernemer?
Bij toepassing van dit nieuwe toetsingskader zal ten eerste in kaart gebracht moeten worden of sprake is van de elementen A, B en/of C. De aanwezigheid van A en/of B leveren een indicatie op voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst. C betreft een contra-indicatie (een indicatie dat sprake is van een overeenkomst met een zelfstandige). Vervolgens vindt er een afweging plaats. Geeft de afweging geen uitsluitsel, dan zal element C+ de doorslag geven.
Introductie van een rechtsvermoeden voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst
Naast bovengenoemd toetsingskader bevat het wetsvoorstel een nieuw “rechtsvermoeden”. Een rechtsvermoeden is een juridische aanname gebaseerd op feiten, waarbij de wet veronderstelt dat iets waar is, tenzij het tegendeel wordt bewezen. Als een werkende kan aantonen dat sprake is van een uurtarief lager dan € 32,34, dan wordt onder het voorliggende wetsvoorstel vermoed dat sprake is van een arbeidsovereenkomst. Meent de werkgever dat toch sprake is van een zelfstandige, dan zal hij bewijs moeten aanleveren waaruit dat blijkt.
Vervolg van het wetgevingsproces voor Wet Verduidelijking Rechtsvermoeden
Op 10 november 2023 is de internetconsultatie gesloten en daarna zal de ministerraad besluiten hoe en in welke (eventueel aangepaste) vorm het wetsvoorstel wordt ingediend bij de Tweede Kamer. Crowe Peak is je graag van dienst om je te adviseren bij het werken met zelfstandigen. Meer weten? Neem contact op met een van onze specialisten.
Gerelateerde kennis
Benieuwd wat wij voor jouw organisatie kunnen betekenen?
Laten we snel kennismaken!