Update werken met zelfstandigen/schijnzelfstandigheid en VBAR
Einde handhavingsmoratorium in zicht, wetsvoorstel naar Raad van State
Menig organisatie loopt er tegenaan: de dunne scheidslijn tussen het aangaan van een contract met een ZZP’er en het (onbedoeld) aangaan van een arbeidsrelatie. Dit spanningsveld wordt nog urgenter nu (oud) minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 21 juni 2024 een aangepast wetsvoorstel naar de Raad van State heeft gestuurd, terwijl het handhavingsmoratorium van de Belastingdienst op 1 januari 2025 eindigt. Dit moratorium, dat tijdelijk minder strikte handhaving op schijnzelfstandigheid inhield, wordt opgeheven voordat de (voorgenomen) nieuwe wet- en regelgeving ingaat op 1 januari 2026. Deze situatie dwingt werkgevers om zich te heroriënteren op hun contracten met zelfstandigen en de ontwikkelingen rondom schijnwerkgeverschap nauwlettend in de gaten te houden. Meer weten? Lees verder of neem direct contact op met onze arbeidsrechtdeskundigen.
Wetsvoorstel VBAR
Het wetsvoorstel Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR) is opgesteld om duidelijkheid te scheppen in de regels rondom arbeidsrelaties. In de huidige praktijk komt het vaak voor dat iemand die als “zelfstandige” is gecontracteerd, juridisch toch als werknemer wordt gezien. Dit verschil tussen contractuele afspraken en de feitelijke situatie kan grote gevolgen hebben voor beide partijen, met name op het gebied van sociale zekerheid en arbeidsrecht.
Het wetsvoorstel VBAR introduceert naast de bestaande criteria voor werknemerschap ook contra-indicaties voor zelfstandig ondernemerschap. Dit betekent dat indicaties die wijzen op zelfstandigheid nu ook meewegen in de beoordeling van de arbeidsrelatie. Een belangrijk onderdeel van het voorstel is het rechtsvermoeden van werknemerschap, gebaseerd op een uurtarief. Als een werkende minder verdient dan een vastgesteld tarief (toekomstig afgerond op € 33), wordt aangenomen dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst, tenzij de werkgever het tegendeel kan bewijzen. Dit moet voorkomen dat werkenden met een zwakke onderhandelingspositie onterecht als zelfstandige worden gecontracteerd.
Nieuw wetsvoorstel naar de Raad van State
Op 21 juni 2024 heeft minister Van Gennip het aangepaste wetsvoorstel VBAR naar de Raad van State gestuurd. Dit volgt op een periode van internetconsultatie waarin veel feedback werd ontvangen. De Raad van State zal nu advies uitbrengen over het voorstel, waarna eventuele aanpassingen worden doorgevoerd voordat het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gaat voor verdere behandeling.
Toekomst VBAR en het handhavingsmoratorium – gevolgen voor werkgevers
Het einde van het handhavingsmoratorium van de Belastingdienst op 1 januari 2025 creëert een kritieke overgangsperiode voor werkgevers. Het moratorium hield in dat de Belastingdienst tijdelijk minder streng handhaafde op schijnzelfstandigheid, waardoor werkgevers minder risico liepen op naheffingen en boetes. Met het vervallen van dit moratorium zullen werkgevers echter weer volledig aansprakelijk zijn voor het correct kwalificeren van arbeidsrelaties. Dit kan leiden tot verhoogde controles en mogelijk herziening van bestaande contracten om te voldoen aan de eisen. Hoewel de nieuwe wet- en regelgeving (naar verwachting) pas op 1 januari 2026 van kracht wordt, moeten werkgevers nu al anticiperen op de strengere handhaving en hun contracten met zelfstandigen kritisch evalueren. Dit vraagt om proactieve aanpassingen om risico’s te vermijden en compliant te blijven met zowel de huidige als de toekomstige regelgeving.
Werkgever en ondersteuning of advies nodig bij het beoordelen en vastleggen van huidige en/of toekomstige arbeidsrelaties? Onze arbeidsrechtspecialisten helpen graag. Vul het contactformulier in en we nemen binnen één werkdag contact met je op.
Gerelateerde kennis
Benieuwd wat wij voor jouw organisatie kunnen betekenen?
Laten we snel kennismaken!