Nieuws 9 april, 2024

Transfer pricing en country-by-country reporting (CbC) 

CBcR
Crowe Peak/ Kennisbank/ Nieuws/

Transfer pricing en country-by-country reporting (CbC) 

Transfer pricing in Nederland – de meestgestelde vragen deel IV 

Welkom terug bij de serie over transfer pricing in Nederland – Deel IV: country-by-country (“CbC”). In dit uitgebreide artikel duiken we dieper in de details van CbC-rapportage (“CbCR”). Hiermee geven we inzicht in dit voor grote concerns essentiële aspect van transfer pricing compliance, behandelen we veelvoorkomende vragen en lichten we de belangrijke aspecten van CbC-rapportage toe. Lees hier meer over doel en de noodzaak van CbC-rapportage en leer over de eisen die de Nederlandse wetgever stelt en de mogelijke gevolgen van het niet naleven ervan. Wil je de rapportage van jouw bedrijf direct bespreken met een expert? Neem dan contact met ons op. 

Wat is CbC en wat is het doel ervan? 

Een CbC-rapportage (“CbCR”) is vergelijkbaar met het in deel III besproken groepsdossier omdat het meer inzicht geeft in de financiële verhoudingen binnen een groep. Meer in het specifiek richt de CbCR zich op de globale toewijzing van de inkomsten en betaalde belastingen van de groep, samen met bepaalde indicatoren van de locatie van economische activiteit binnen de groep. De CbCR vereist daarom ook een lijst van alle entiteiten waarvoor financiële informatie wordt gerapporteerd, inclusief de fiscale jurisdictie van oprichting, indien deze afwijkt van de fiscale jurisdictie van vestiging, evenals de aard van de belangrijkste zakelijke activiteiten die door die entiteit worden uitgevoerd. CbC komt in twee vormen voor – als een CbCR of een CbC Melding (“CbCN”). De vorm die op jouw organisatie van toepassing is, hangt af van waar deze zich bevindt in de aandelenhiërarchie (meer hierover in paragraaf hieronder). Een CbCN is vooral nuttig voor risicobeoordelingen van transfer pricing op hoog niveau en kan door belastingdiensten worden gebruikt bij de beoordeling van andere risico’s in verband met Base Erosion and Profit Shifting (“BEPS”). Houd er echter rekening mee dat een CbCR niet wordt beschouwd als een vervanging voor een gedetailleerde transfer pricing analyse en geen sluitend bewijs vormt dat de verrekenprijzen van de groep al dan niet passend zijn. 

Wanneer moet je een CbC/CbCR opstellen/indienen? 

Volgens artikel 29c lid 5 van de Nederlandse Wet op de Vennootschapsbelasting 1969 (Vpb) zijn CbC-rapportageverplichtingen niet van toepassing op groepsentiteiten van een multinationale groep die in het verslagjaar, onmiddellijk voorafgaand aan het jaar waarop de CbC betrekking heeft, minder dan 750 miljoen euro aan geconsolideerde groepsinkomsten hebben. 

Zoals eerder vermeld, hangt het formulier dat je moet indienen af van waar je organisatie zich bevindt in de structurele hiërarchie van de groep. Als jouw entiteit de Ultimate Parent Entity (“UPE”) is (dat wil zeggen, de entiteit die verantwoordelijk is voor de verslaglegging binnen de groep) of de Surrogate Parent Entity (“SPE”) (dat wil zeggen, een entiteit van de groep die door de groep is aangewezen om in beginsel, als enige vervanger van de UPE, de CbCR in te dienen in het rechtsgebied van de fiscale woonplaats van die entiteit), dan moet je een CbCR opstellen en indienen. Als je geen UPE of SPE bent, dan moet je een CbCN opstellen en indienen. Artikel 29c van de Vpb vereist dat als je geen UPE of SPE bent, je de belastinginspecteur uiterlijk op de laatste dag van het aangiftejaar door middel van een CbCN moet informeren over de identiteit en het fiscale ingezetenschap van de rapporterende entiteit. Artikel 29c lid 1, van de Vpb vereist dat de CbCR binnen 12 maanden na het einde van het boekjaar wordt ingevuld en ingediend. Hulp nodig met de vraag of jouw organisatie een CbCR of CbCN moet indienen? Neem contact op.  

Aan welke eisen moet de CbCR volgens de Nederlandse wet voldoen?  

Volgens paragraaf 10.1 van GG-26874, 2022, worden de vereisten voor de inhoud van de CbCR beschreven in de Regeling Aanvullende Documentatie-eisen Verrekenprijzen van 30 december 2015 (“DB2015/462M”). DB2015/462M is hoofdzakelijk gebaseerd op Bijlage III bij Hoofdstuk V van de OESO-richtlijnen. Om als volledig te worden beschouwd, moet het CbCR volgens deze bijlage de volgende punten bevatten en behandelen: 

Overzicht van toewijzing van inkomsten, belastingen en bedrijfsactiviteiten per belastingjurisdictie (tabel 1) 

Belastingjurisdictie 

In de eerste kolom van het model moet je alle belastingjurisdicties vermelden waarin de onderdelen van het multinationale concern voor belastingdoeleinden zijn gevestigd. Een belastingjurisdictie wordt omschreven als een staat of een niet-overheidsjurisdictie met fiscale autonomie. Voor alle onderdelen van het multinationale concern niet in een belastingjurisdictie zijn gevestigd, moet je een aparte regel toevoegen. 

Als een onderdeel in meer dan één belastingjurisdictie is gevestigd, moet je de toepasselijke tiebreaker van het belastingverdrag gebruiken om de fiscale vestigingsplaats te bepalen. Als er geen toepasselijk belastingverdrag bestaat, moet het onderdeel worden gerapporteerd in de belastingjurisdictie van de plaats van werkelijke leiding van het onderdeel. 

De plaats van werkelijke leiding is de plaats waar belangrijke bestuurlijke en commerciële beslissingen die nodig zijn voor de bedrijfsvoering van het onderdeel in wezen worden genomen. Je moet alle relevante feiten en omstandigheden onderzoeken om de plaats van werkelijke leiding te bepalen. Een onderdeel kan meer dan één plaats van werkelijke leiding hebben, maar kan te allen tijde slechts één plaats van werkelijke leiding hebben. 

Inkomsten 

In de drie kolommen van het sjabloon onder het kopje “Inkomsten” moet je als rapporterende multinationale onderneming de volgende informatie verstrekken: (i) het totale bedrag aan inkomsten van alle onderdelen van het multinationale concern in het desbetreffende belastinggebied uit transacties met gelieerde ondernemingen; (ii) het totale bedrag aan inkomsten van alle onderdelen van het multinationale concern in het desbetreffende belastinggebied uit transacties met onafhankelijke partijen; en (iii) de som van (i) en (ii). Onder inkomsten vallen opbrengsten uit de verkoop van voorraden en eigendommen, diensten, royalty’s, rente, premies en alle andere bedragen. Bij het bepalen van de inkomsten moet je betalingen uitsluiten die van andere onderdelen worden ontvangen en die in de belastingjurisdictie van de betaler als dividenden worden beschouwd. 

Winst (verlies) voor inkomstenbelasting 

In de vijfde kolom van het sjabloon moet je als rapporterende MNO de totale winst (of verlies) vóór belastingen aangeven voor alle onderdelen die hun fiscale woonplaats hebben in de desbetreffende belastingjurisdictie. De winst (of het verlies) vóór belastingen moet alle uitzonderlijke baten en lasten omvatten. 

Betaalde winstbelasting (op kasbasis) 

In de zesde kolom van het sjabloon moet je als rapporterende MNO het totale bedrag aan inkomstenbelasting vermelden dat in het desbetreffende belastingjaar is betaald door alle onderdelen die hun fiscale woonplaats hebben in de betreffende belastingjurisdictie. Tot de betaalde belastingen behoren de contante belastingen die door de binnenlandse entiteit zijn betaald aan de fiscale woonstaat en aan alle andere belastingjurisdicties. Betaalde belastingen moeten ook de bronbelastingen omvatten die door andere entiteiten (gelieerde en onafhankelijke ondernemingen) zijn betaald met betrekking tot betalingen aan de rapporterende entiteit. Als bijvoorbeeld onderneming A is gevestigd in belastingjurisdictie A en rente ontvangt in belastingjurisdictie B, moet de ingehouden belasting in belastingjurisdictie B door onderneming A worden gerapporteerd. 

In de jaarrekening opgenomen winstbelasting 

In de zevende kolom van het sjabloon moet je als rapporterende multinationale onderneming de som vermelden van de opgelopen lopende belastinglasten over de belastbare winsten of verliezen van het verslagjaar van alle onderdelen die hun fiscale woonplaats hebben in de betreffende belastingjurisdictie. De actuele belastinglast mag alleen betrekking hebben op de activiteiten in het lopende jaar en mag geen uitgestelde belastingen of voorzieningen voor onzekere belastingverplichtingen omvatten. 

Gestort kapitaal 

In de achtste kolom van het sjabloon moet je als rapporterende multinationale onderneming de som vermelden van het aangegeven vermogen van alle onderdelen die hun fiscale woonplaats hebben in het betreffende belastinggebied. Voor vaste inrichtingen moet het aangegeven vermogen worden gerapporteerd door de rechtspersoon waarvan het een vaste inrichting is, tenzij in de belastingjurisdictie van de vaste inrichting voor regelgevingsdoeleinden een specifiek vermogen is vereist. 

Gecumuleerde winst 

In de negende kolom van het model moet jij als rapporterende multinational de totale opgespaarde winsten rapporteren van alle onderdelen die aan het einde van het jaar hun fiscale woonplaats in het betreffende belastinggebied hadden. Wat vaste inrichtingen betreft, moet het opgespaarde resultaat worden gerapporteerd door de juridische entiteit waar de vaste inrichting onder valt. 

Aantal personeelsleden 

In de tiende kolom van het model moet je als MNO het totale aantal werknemers (in voltijdsequivalenten) vermelden van alle onderdelen die hun fiscale woonplaats in het betreffende belastinggebied hebben. Het aantal werknemers kan worden gerapporteerd aan het einde van het jaar, op basis van het gemiddelde aantal werknemers gedurende het jaar, of volgens een andere consistent toegepaste methode in alle belastingjurisdicties en van jaar tot jaar. Voor dit doel mogen onafhankelijke aannemers die deelnemen aan de reguliere bedrijfsactiviteiten van het onderdeel als werknemers worden gerapporteerd. Een redelijke afronding of benadering van het aantal werknemers is toegestaan, mits dit de relatieve verdeling van werknemers over de verschillende belastingjurisdicties niet wezenlijk verstoort. Er moeten consistente benaderingen worden toegepast van jaar tot jaar en tussen onderdelen onderling. 

Materiële activa andere dan geldmiddelen of kasequivalenten 

In de elfde kolom van het sjabloon moet jij als rapporterende multinational de totale nettoboekwaarde opgeven van de materiële vaste activa van alle onderdelen die hun fiscale woonplaats hebben in de betreffende belastingjurisdictie. Wat vaste inrichtingen betreft, dienen de activa te worden gerapporteerd met verwijzing naar het belastinggebied waar de vaste inrichting zich bevindt. Materiële vaste activa omvatten in dit verband geen geld of kasequivalenten, immateriële activa of financiële activa. 

Lijst van alle groepsentiteiten van de multinationale groep die vallen onder iedere totalisatie per belastingjurisdictie (tabel 2)

Groepsentiteiten fiscaal gevestigd in de betreffende belastingjurisdictie 

Voor elke belastingjurisdictie moet je een lijst verstrekken met alle onderdelen van het multinationale concern die hun fiscale woonplaats hebben in die specifieke belastingjurisdictie, samen met de naam van de juridische entiteit. Zoals eerder vermeld met betrekking tot vaste inrichtingen, dient de vaste inrichting echter te worden vermeld onder verwijzing naar het belastinggebied waarin deze zich bevindt. De juridische entiteit waarvan de vaste inrichting deel uitmaakt, moet worden vermeld (bijvoorbeeld XYZ Corp – Belastingjurisdictie A vaste inrichting). 

Indien afwijkend van fiscale vestigingsplaats, de staat op grond van wiens recht de groepsentiteit is ingericht of opgericht 

Je moet de naam vermelden van het belastinggebied waarbinnen de onderdelen van het multinationale bedrijf zijn georganiseerd of opgericht, als dit verschilt van het belastinggebied waar ze zijn gevestigd. 

Belangrijkste bedrijfsactiviteit(en) 

Als MNO dien je de aard van de belangrijkste bedrijfsactiviteit(en) van de onderdelen in het betreffende belastinggebied vast te stellen door een of meer van de toepasselijke vakjes aan te vinken. 

Bedrijfsactiviteiten: 

  • Onderzoek en ontwikkeling 
  • Beheer van intellectueel eigendom 
  • Inkoop of aanschaf 
  • Productie of fabricage 
  • Verkoop, marketing of distributie 
  • Administratieve, management- of ondersteunende diensten 
  • Dienstverlening aan niet-gelieerde partijen 
  • Interne groepsfinanciering 
  • Gereguleerde financiële diensten 
  • Verzekering 
  • Bezit van aandelen of andere eigenvermogensinstrumenten 
  • Inactief 
  • Anders (specificeer de aard van de activiteit van de onderdelen in het gedeelte “Aanvullende Informatie”). 

Aangezien het CbCR specifieke informatie betreft voor dat boekjaar, is het tevens vereist dat het opgestelde CbCR actueel is (d.w.z. bijgewerkte/actuele informatie weergeeft). Dit betekent doorgaans dat een CbCR jaarlijks wordt opgesteld of bijgewerkt. 

Wat zijn de consequenties van het niet naleven van de Nederlandse wetgeving? 

Indien het betreffende CbCR niet correct is opgesteld of niet tijdig is ingediend, loop je het risico een administratieve boete te ontvangen van tussen de € 515 en € 25.750. Twijfel je of jouw bedrijf voldoet aan de criteria voor verrekenprijsdocumentatie of aan de eisen van het Nederlandse CbCR? Neem dan gerust contact met ons op. Het team van Crowe Peak bestaat uit ervaren belastingprofessionals met expertise in transfer pricing. 

Crowe peak

Benieuwd wat wij voor jouw organisatie kunnen betekenen?

Laten we snel kennismaken!

Contact