Zicht (kwijt) op belastingen
Belastingen hebben nooit de naam gehad eenvoudig te zijn. De nieuwe ontwikkelingen in het Belastingplan 2019 nemen voor de meeste burgers het zicht volledig weg wat de gevolgen zijn van eventuele aftrekposten en hoe hoog het belastingtarief over het inkomen nu eigenlijk is. Hieronder een aantal gevolgen, waarbij we omwille van de eenvoud, zijn uitgegaan van een werkende persoon die geen recht heeft op AOW.
Inkomstenbelastingtarieven
De inkomstenbelastingtarieven gaan in het algemeen naar beneden:
2018 | 2019 | |
1e schijf tot ca. 20.000 | 36,55% | 36,65% |
2e schijf tot ca. 68.500 | 40,85% | 38,10% |
3e schijf boven 68.500 | 51,95% | 51,75% |
Echter:
De algemene heffingskorting wordt minder met 5,147% vanaf de tweede tariefschijf. Het tarief in de 2e schijf is dus eigenlijk niet 38,10% maar 43,247%.
Nog ingewikkelder:
De arbeidskorting neemt af met 6% vanaf een inkomen van 34.060 tot nul bij een inkomen van 90.710.
De echter tarieven (rekening houdend met de algemene heffingskorting en de arbeidskorting) bedragen dus:
1e schijf tot ca. 20.000 | 36,65% |
2e schijf tot 34.060 | 43,247% |
3e schijf tot ca. 68.500 | 49.247% |
4e schijf tot 90.710 | 57,75% |
5e schijf vanaf 90.710 | 51,75% |
Eigen woning en aftrekposten
Het maximale tarief waartegen de negatieve inkomsten uit eigen woning in 2019 mogen worden afgetrokken bedraagt in 2019 49%, Dit tarief zal vanaf 2020 versneld worden afgebouwd met 3% per jaar tot 37% in 2023.
Niet alleen de negatieve inkomsten uit eigen woning zullen dan tegen lagere tarieven aftrekbaar zijn, maar vrijwel alle aftrekposten, denk daarbij aan ziektekosten, studiekosten, alimentatie, zelfstandigenaftrek, MKB winstvrijstelling. Zoals het en nu uitziet zullen lijfrentepremies die aan de juiste voorwaarden voldoen wel tegen het hoge tarief aftrekbaar blijven.
Lastig om effecten te bepalen
De wijzigingen in het tarief, de heffingskortingen en de aftrekposten maken dat het zeer lastig is om de effecten van bepaalde maatregelen te bepalen. Als uw inkomen bijvoorbeeld € 80.000 bedraagt dan moet u 57,75% belasting betalen over een loonsverhoging, als u echter een aftrekpost zou creëren met dit geld (gift of extra alimentatie) dan kan deze aftrekpost tegen een veel lager tarief (2023 37%) te gelde worden gemaakt.
Heffing over vermogen box 3
Ook de heffing over uw vermogen in box 3 is sinds 2018 een stuk ingewikkelder geworden, omdat het fictief rendementspercentage dat in aanmerking moet worden genomen progressief is geworden (Het tarief blijft 30%). Het forfaitaire rendement bedraagt voor 2019:
Tot € 71.650 1,935%
Tussen 71.650 en 989.736 4,451%
Boven 989.736 5,6%
Of het forfaitaire rendement houdbaar zal blijken is de vraag. Veel belastingplichtigen lukt het niet om de hierboven vermelde percentages in werkelijkheid te behalen. Daardoor wordt er soms meer belasting betaald moet worden dan dat er feitelijk aan vermogensopbrengsten binnen komt. Hiertegen kan (massaal) bezwaar worden gemaakt.
De tarieven van de inkomstenbelasting zijn dermate ingewikkeld geworden dat de gevolgen van financiële beslissingen vaak lastig te overzien zijn. Graag zijn de specialisten van Crowe Peak u van dienst met het vinden van de juiste oplossingen.